Abrollberg/nl: Unterschied zwischen den Versionen

Aus RailRoad&Co.-Wiki
Zur Navigation springenZur Suche springen
Albert Hartveld (Diskussion | Beiträge)
Keine Bearbeitungszusammenfassung
Albert Hartveld (Diskussion | Beiträge)
Keine Bearbeitungszusammenfassung
Zeile 33: Zeile 33:
* Alle wagons worden individueel weggeduwd, wagongroepen zijn (nog) niet toegestaan.
* Alle wagons worden individueel weggeduwd, wagongroepen zijn (nog) niet toegestaan.
* Alleen 2-assige wagons worden weggedrukt, 4-assige wagons werken waarschijnlijk ook als je een beetje speelt met het geheugen van de asdetectoren, maar niemand heeft uitgeprobeerd of het goed gaat.
* Alleen 2-assige wagons worden weggedrukt, 4-assige wagons werken waarschijnlijk ook als je een beetje speelt met het geheugen van de asdetectoren, maar niemand heeft uitgeprobeerd of het goed gaat.
* Treinrit Abdrücken (wegduwen) - De rangeerlocomotief beweegt de trein naar rechts totdat het eerste rijtuig kan worden afgekoppeld op het ontkoppelspoor. Deze treinrit wordt beëindigd zodra de ontkoppelaar zich tussen de eerste en tweede wagon bevindt. De hele trein bevindt zich dan nog steeds in het startblok.  
* Treinrit Abdrücken (wegduwen) - De rangeerlocomotief beweegt de trein naar rechts totdat het eerste rijtuig kan worden afgekoppeld op de ontkoppelrails. Deze treinrit wordt beëindigd zodra de ontkoppelrails zich tussen de eerste en tweede wagon bevindt. De hele trein bevindt zich dan nog steeds in het startblok.  
* Voor de treinrit Abdrücken geldt de voorwaarde dat deze alleen gestart mag worden als er (nog) wagons in het startblok staan om af te duwen.
* Voor de treinrit Abdrücken (wegduwen) geldt de voorwaarde dat deze alleen gestart mag worden als er (nog) wagons in het startblok staan om af te stoten.
* Bij het beëindigen van de treinrit Abdrücken wordt de ontkoppelrails geactiveerd en wordt de wagon ook logisch gescheiden van de trein. De wagen begint bergafwaarts te rijden door de helling in het spoor.
* Bij het beëindigen van de treinrit Abdrücken (wegduwen) wordt de ontkoppelrails geactiveerd en wordt de wagon ook logisch gescheiden van de trein. De wagen begint bergafwaarts te rijden door de helling in het spoor.
* Bovendien is een "treinrit Abstossen.0" voor de wegrijdende wagon gestart. Deze treinrit mag geen wachttijden hebben ingesteld in de opties, omdat de wagon rijdt. De treinrit moet de optie "Start zonder locomotief" hebben.
* Bovendien is een "treinrit Abstossen.0 (afstoten.0)" voor de wegrijdende wagon gestart. Deze treinrit mag geen wachttijden hebben ingesteld in de opties, omdat de wagon rijdt. De treinrit moet de optie "Start zonder locomotief" hebben.
* De treinrit Abstossen.0 wordt onmiddellijk beëindigd wanneer de wagon de trein heeft verlaten en alleen in een kort opstelspoor staat.
* De treinrit Abstossen.0 (afstoten.0) wordt onmiddellijk beëindigd wanneer de wagon de trein heeft verlaten en zich alleen op een kort heuvel-blok bevindt.
* Nu worden twee treinritten tegelijk gestart als opvolger van Abstossen.0. Aan de ene kant is er de Abstossen.1 treinrit, die de wagon over de richtingssporen verdeelt, en aan de andere kant kan de Abdrücken treinbeweging opnieuw worden gestart voor de volgende wagon. In het tabblad vervolgritten van deze treinrit is de optie "Alles starten" geactiveerd  
* Nu worden twee treinritten tegelijk gestart als vervolgrit van Abstossen.0. Aan de ene kant is er de Abstossen.1 (afstoten.1) treinrit, die de wagon over de richtingssporen verdeelt, en aan de andere kant kan de Abdrücken (wegduwen) treinrit opnieuw worden gestart voor de volgende wagon. In het tabblad vervolgritten van deze treinrit is de optie "Alles starten" geactiveerd  
* De treinrit Abstossen.1 wijst de wagon zijn richtingsspoor toe en schakelt de wissels. Dit moet heel snel gebeuren omdat de wagon met toenemende snelheid de heuvel af rolt.  
* De treinrit Abstossen.1 (afstoten.1) wijst de wagon zijn richtingsspoor toe en schakelt de wissels. Dit moet heel snel gebeuren omdat de wagon met toenemende snelheid de heuvel af rolt.  
* Alle voorwaarden voor de bestemmingsspoorselectie moeten worden gecontroleerd en alle wissels moeten worden ingesteld voordat de rijdende wagon het heuvel-blok verlaat of zelfs over een verkeerd ingestelde wissel rijdt. Als de wagon het heuvel-blok te snel heeft verlaten voordat de TrainController klaar is, kan geen treinrit meer worden gestart in het richtingsspoor en alleen handmatig ingrijpen kan de situatie nu nog redden.
* Alle voorwaarden voor de bestemmingsspoorselectie moeten worden gecontroleerd en alle wissels moeten worden ingesteld voordat de rijdende wagon het heuvel-blok verlaat of zelfs over een verkeerd ingestelde wissel rijdt. Als de wagon het heuvel-blok te snel heeft verlaten voordat de TrainController klaar is, kan geen treinrit meer worden gestart in het richtingsspoor en alleen handmatig ingrijpen kan de situatie nu nog redden.
* Zodra een naar beneden rijdende wagon aankomt op het richtingsspoor, wordt de reservering van het heuvel-blok weer vrijgegeven en kan de trein zijn reis voortzetten voor het volgende rijtuig.
* Zodra een naar beneden rijdende wagon aankomt op het richtingsspoor, wordt de reservering van het heuvel-blok weer vrijgegeven en kan de trein zijn reis voortzetten voor het volgende rijtuig.
* De maximumsnelheid voor de treinrit Abdrücken moet ongeveer 5 km/u zijn. Ondanks deze zeer lage snelheid bevindt de koppeling zich slechts ongeveer een seconde boven de ontkoppelrails. Dit is het tijdsvenster voor het loskoppelen of ontkoppelen van de wagen.
* De maximumsnelheid voor de treinrit Abdrücken (wegduwen) moet ongeveer 5 km/u zijn. Ondanks deze zeer lage snelheid bevindt de koppeling zich slechts ongeveer een seconde boven de ontkoppelrails. Dit is het tijdsvenster voor het loskoppelen of ontkoppelen van de wagen.
* De rangeerheuvel moet continu bewaakt worden door spoorbezetmelders zodat de rijdende wagons herkend worden door TC. Dit veronderstelt ook dat de wagons op 2L-spoorwegen zijn uitgerust met '''[[Special:MyLanguage/Meldeachsen,_Rückmeldung_für_Wagen|terugmeld assen]]''' uitgevoerd zijn. 3 rails rijders hebben het voordeel dat de voorste assen van hun voertuigen automatisch aan deze vereiste voldoen.
* De rangeerheuvel moet continu bewaakt worden door spoorbezetmelders zodat de rijdende wagons herkend worden door TC. Dit veronderstelt ook dat de wagons op 2 rails spoor zijn uitgerust met '''[[Special:MyLanguage/Meldeachsen,_Rückmeldung_für_Wagen|terugmeld assen]]''' uitgevoerd zijn. 3 rails rijders hebben het voordeel dat de voorste assen van hun voertuigen automatisch aan deze vereiste voldoen.


<span id="Zugfahrten"></span>
<span id="Zugfahrten"></span>

Version vom 31. März 2025, 12:05 Uhr

Verwendung
thumbs


Rangeerheuvel in TrainController V7

Rangeerlocomotief duwt

Een rangeerlocomotief duwt een trein goederenwagons over de heuvel en koppelt de individuele wagons één voor één af. De wagons worden verdeeld over de sporen van de richtingsgroep volgens een vooraf bepaald patroon. De rangeerlocomotief herhaalt dit proces totdat alle wagens zijn weggeduwd en verdeeld over de richtingssporen.

Hieronder wordt beschreven hoe deze taak kan worden uitgevoerd met behulp van drie treinritten in TrainController versie 7.0 D2 Gold en hoger.

Alle hier gegeven lengtes hebben betrekking op de schaal H0.

Abrollberg: Abstossen der Wagen
Fig: Rangeerheuvel-blok

Inleidende overwegingen

Iedereen die nog nooit complexe processen heeft ontwikkeld met TrainController of een ander modelspoorbesturingssysteem zal waarschijnlijk overweldigd worden door de vele details en hun interactie.

De beschreven oplossing is niet ingewikkeld, maar bevat veel details die nodig zijn voor succes.

Om het hier beschreven besturing te begrijpen, moet je eerst de deelproblemen uitproberen. Een goed uitgangspunt is de treinrit Abstossen.1 (afstoten.1) samen met de configuratie van de richtingssporen. Een ander punt is hoe de assenteller werkt.

Als je dit eenmaal hebt begrepen, voeg dan de andere treinritten toe en je zult gemakkelijk in staat zijn om wat je hier hebt geleerd over te brengen naar je eigen modelspoorbaan.

  • Alle wagons worden individueel weggeduwd, wagongroepen zijn (nog) niet toegestaan.
  • Alleen 2-assige wagons worden weggedrukt, 4-assige wagons werken waarschijnlijk ook als je een beetje speelt met het geheugen van de asdetectoren, maar niemand heeft uitgeprobeerd of het goed gaat.
  • Treinrit Abdrücken (wegduwen) - De rangeerlocomotief beweegt de trein naar rechts totdat het eerste rijtuig kan worden afgekoppeld op de ontkoppelrails. Deze treinrit wordt beëindigd zodra de ontkoppelrails zich tussen de eerste en tweede wagon bevindt. De hele trein bevindt zich dan nog steeds in het startblok.
  • Voor de treinrit Abdrücken (wegduwen) geldt de voorwaarde dat deze alleen gestart mag worden als er (nog) wagons in het startblok staan om af te stoten.
  • Bij het beëindigen van de treinrit Abdrücken (wegduwen) wordt de ontkoppelrails geactiveerd en wordt de wagon ook logisch gescheiden van de trein. De wagen begint bergafwaarts te rijden door de helling in het spoor.
  • Bovendien is een "treinrit Abstossen.0 (afstoten.0)" voor de wegrijdende wagon gestart. Deze treinrit mag geen wachttijden hebben ingesteld in de opties, omdat de wagon rijdt. De treinrit moet de optie "Start zonder locomotief" hebben.
  • De treinrit Abstossen.0 (afstoten.0) wordt onmiddellijk beëindigd wanneer de wagon de trein heeft verlaten en zich alleen op een kort heuvel-blok bevindt.
  • Nu worden twee treinritten tegelijk gestart als vervolgrit van Abstossen.0. Aan de ene kant is er de Abstossen.1 (afstoten.1) treinrit, die de wagon over de richtingssporen verdeelt, en aan de andere kant kan de Abdrücken (wegduwen) treinrit opnieuw worden gestart voor de volgende wagon. In het tabblad vervolgritten van deze treinrit is de optie "Alles starten" geactiveerd
  • De treinrit Abstossen.1 (afstoten.1) wijst de wagon zijn richtingsspoor toe en schakelt de wissels. Dit moet heel snel gebeuren omdat de wagon met toenemende snelheid de heuvel af rolt.
  • Alle voorwaarden voor de bestemmingsspoorselectie moeten worden gecontroleerd en alle wissels moeten worden ingesteld voordat de rijdende wagon het heuvel-blok verlaat of zelfs over een verkeerd ingestelde wissel rijdt. Als de wagon het heuvel-blok te snel heeft verlaten voordat de TrainController klaar is, kan geen treinrit meer worden gestart in het richtingsspoor en alleen handmatig ingrijpen kan de situatie nu nog redden.
  • Zodra een naar beneden rijdende wagon aankomt op het richtingsspoor, wordt de reservering van het heuvel-blok weer vrijgegeven en kan de trein zijn reis voortzetten voor het volgende rijtuig.
  • De maximumsnelheid voor de treinrit Abdrücken (wegduwen) moet ongeveer 5 km/u zijn. Ondanks deze zeer lage snelheid bevindt de koppeling zich slechts ongeveer een seconde boven de ontkoppelrails. Dit is het tijdsvenster voor het loskoppelen of ontkoppelen van de wagen.
  • De rangeerheuvel moet continu bewaakt worden door spoorbezetmelders zodat de rijdende wagons herkend worden door TC. Dit veronderstelt ook dat de wagons op 2 rails spoor zijn uitgerust met terugmeld assen uitgevoerd zijn. 3 rails rijders hebben het voordeel dat de voorste assen van hun voertuigen automatisch aan deze vereiste voldoen.

Treinritten

Het ontmantelen van een trein en het verdelen van de wagons over de richtingssporen gebeurt met drie treinritten.

Treinrit Abdrücken - beweeg de trein één wagon in de richting van de ontkoppelrails

  • Om de treinrit te laten werken, is een geschikte opdeling van het blok met de positie van het ontkoppelspoor en de lengte van de detectie secties nodig.
    • De ontkoppelaar bevindt zich ruim een wagenlengte (ca. 15 cm) voor het rechter uiteinde van de L-detector van het trekspoor.
    • Der Meldeabschnitt Ziehgleis-L nimmt den ganzen Zug einschliesslich Lok auf, der Zug muss vollständig links vom Entkuppler zu stehen kommen.
    • Der Meldeabschnitt muss lang genug sein, dass er auch den Wagen rechts des Entkupplers noch vollständig aufnehmen kann.
  • Die Zugfahrt benötigt keine besonderen Einstellungen, da sie den Startblock niemals verlässt.
  • Die Aktivierung des Bahnwärters im Block Ziehgleis beendet die Zugfahrt Abdrücken.
  • Eigenschaften der Zugfahrt
    • Dies ist eine einfache Standardzugfahrt vom Block Ziehgleis zum Block Berg.
    • Die Höchstgeschwindigkeit der Zugfahrt ist 5 km/h.

Zugfahrt Abstossen.0 - Abrollenden Wagen in den Block Berg verschieben

  • Eigenschaften der Zugfahrt
    • Dies ist eine normale Zugfahrt vom Block Ziehgleis in den Block Berg.
    • Der Start dieser Zugfahrt ist sehr zeitkritisch. Deshalb sind alle Wartezeiten auszuschalten.
    • Die allgemeine Option Versuchen sollte auf 0 Sekunden eingestellt sein. Wenn die Zugfahrt nicht unmittelbar gestartet werden kann, dann ist irgendetwas schief gelaufen und wir müssen den Betrieb auf unserem Ablaufberg überdenken.
    • Zugfahrt starten, auch wenn Zug nicht ausfahren darf
    • Startverzögerung 0
    • Vorschau 1, keine intelligente Vorschau !
    • Zeitpunkt der Freigabe: Haltemarkierung
    • keine Längensteuerung
    • Zugverband: Start ohne Lok, keine Einfahrt in Zielblöcke zum Ankuppeln
  • Nachfolger sind die beiden Zugfahrten Abstossen.1 und Abdrücken
    • Optionen für die Nachfolger
    • Alle Nachfolger starten
    • Die Option "Anfordern im vorletzten Block" ist zu deaktivieren, weil die Startbedingungen erst nach dem Ende der Zugfahrt bekannt sind.

Zugfahrt Abstossen.1 - Abrollende Wagen in die Richtungsgleise sortieren

  • Eigenschaften der Zugfahrt
    • Startblock ist der Block Berg
    • Zielblöcke sind alle Richtungsgleisblöcke.
    • Dies ist eine normale Standardzugfahrt
    • Der Start dieser Zugfahrt ist wieder sehr zeitkritisch. Deshalb sind alle Wartezeiten auszuschalten.
    • Die allgemeine Option Versuchen sollte auf 0 Sekunden eingestellt sein.
    • Zugfahrt starten, auch wenn Zug nicht ausfahren darf
    • Startverzögerung 0
    • Einfahrt in belegte Blöcke ist erlaubt, in den Zielblöcken können ja schon Wagen stehen.
    • Einfahrt in belegte Weichenstrassen ist erlaubt. Wegen der eventuell kurzen Abfolge der Wagen können Belegtmelder noch nicht wieder freigegeben sein.
    • Reservieren belegter Blöcke ist erlaubt
    • Rerservieren belegter Weichenstrassen ist erlaubt
    • Vorschau 1, keine intelligente Vorschau !
    • Zeitpunkt der Freigabe: Haltemarkierung, Belegtmeldung funktioniert hier nicht, sie ist zu früh, weil die Weichenstrassen Bestandteil der Zielblöcke sind.
    • keine Längensteuerung, ein abrollender Wagen weiss Nichts über Gleislängen, hier zählt nur das Gefälle und die Masse des Wagens.
    • Zugverband: Einfahrt in reservierte Zielblöcke zum Ankuppeln erlauben
    • Zugverband: Start ohne Lok
  • Die Zugfahrt sollte keine Einschränkungen auf Züge oder Bedingungen haben. Die Auswertung kostet nur unnötige Zeit.

Konfiguration der Blöcke

Das Ziehgleis

Meldereinteilung des Ziehgleises

Abb: Abrollberg-Ziehgleis
  • Das Ziehgleis kommt mit einem Belegtmelder aus.
  • Als weiterer Melder wird ein Bahnwärter eingebaut, der als Achsmelder arbeitet und bei Aktivierung die Zugfahrt Abdrücken beendet.
  • der Entkuppler ist gut 1 Wagenlänge (ca.15 cm) vor dem rechten Ende des Melders Ziehgleis-L
  • Ziehgleis-L nimmt den ganzen Zug einschliesslich Lok auf, der Zug muss vollständig links vom Entkuppler zu stehen kommen. Der Meldeabschnitt muss auch den Wagen rechts des Entkupplers noch vollständig aufnehmen können.
  • Die Gleislänge muss somit mindestens sein: max.Zuglänge + Entkupplerlänge + 15 cm.
  • Am Ende der Entkupplerbohle ist eine Lichtschranke/Reflexlichtschranke knapp über dem Schienenprofil angebracht. Die Lichtschranke muss auslösen, wenn die Kupplung zwischen ersten und zweiten Wagen genau über dem Entkuppler liegt.

Das Berggleis

  • Sobald der abrollende Wagen aus dem Block Ziehgleis kommend diesen Block erreicht, wird die Folgezugfahrt von hier in die Richtungsgleise ausgelöst.
  • Die Zielwahl erfolgt über eine einfache Combigruppe auf den Richtungsgleisen.
  • Weil in Block Berg beim Abstossen immer nur ein einzelner Wagen bzw. eine einzelne Wagengruppe ist, braucht man sich bei den Combigruppen der Zielwahl in den Richtungsblöcken nicht um die umständlichen Sonderregeln (kein=alle,...) zu kümmern, diese Fälle kommen nicht vor.
  • WICHTIG ist, dass der abrollende Wagen den Block noch nicht verlassen hat, bevor TC in der Lage war die Folgezugfahrt zu starten (Weichenstellzeiten beachten, -> keine Motoren/Servos).
  • Das Berggleis besitzt einem Belegtmelder.
  • Da hier ausser den Zugfahrten Abrollen.0/1 keine Zugfahrten stattfinden und wir diese Zugfahrten auch in keiner Weise bremsen beziehungsweise Halten können, besitzt dieser Block lediglich eine Haltemarkierung mit Distanz 0 zum Beenden der Zugfahrt Abstossen.0.
  • Der Block ist hier mit etwa 40 cm Länge geplant. Sie kann eventuell noch verkürzt werden.

Die Richtungsgleise

Meldereinteilung der Richtungsgleise

Abb: Abrollberg Melder
  • Die Richtungsgleise kommen mit einen Belegtmelder aus. Dieser dient nur der Belegtmeldung des Gleises.
  • Der Bahnwärter Richtgleis1+Weiche ist der Belegtmelder der davorliegenden Weiche und dient als Auslöser für das Bremsen/Halten bei bereits mit Wagen belegtem Richtungsgleis.
  • Die erste Haltmarkierung bereits in der Weiche, dient dem frühzeitigen Beenden der Zugfahrt Abstossen.1, damit der Abrollberg schnell für den nächsten Wagen frei gemeldet wird. Sie sollte so positioniert sein, dass die Wagen mit der zweiten Achse gerade die Zungenspite der Weiche passiert haben. Diese Haltemarkierung ist auf die Zugfahrt Abstossen.1 eingeschränkt.
  • Für alle zusätzlichen Zugfahrten, die das Richtungsgleis benutzen, werden auch Halte- und Bremsmarkierungen benötigt. Diese Markierungen müssen immer am Bahnwärter für die Weichenstrasse angeheftet werden, da der Melder im Gleis meist belegt ist und nicht zum Auslösen der Brems-/Haltemarkierungen herangezogen werden kann.
Zuordnung der abrollenden Wagen in die Richtungsgleise

Abb: Abrollberg Bedingung

  • Bedingungen für die Gleiswahl beim Abstossen.
    • Die Liste aller Wagen, die mit der Zugfahrt Abstossen.1 in dieses Gleis einsortiert werden sollen wird in eine Kombigruppe aus der Zugfahrt Abstossen.1 und der Wagenliste eingetragen.
    • Jeder Wagen sollte in Kombination mit der Zugfahrt Abstossen.1 in höchstens einem Gleis vorkommen.
    • Anstelle der einzelnen Wagen kann hier auch eine Wagengruppe eingetragen werden.
    • Alle weiteren Zugfahrten, die unabhängig von den beteiligten Wagen in dieses Gleis einfahren dürfen, zum Beispiel zum Abholen der Wagen aus dem Richtungsgleis, werden durch eine Oder Verknüpfung mit der Kombigruppe verbunden.
    • Auf diese Weise kann man auch unterschiedliche Ablaufbergprogramme einrichten (DG zerlegen nach Anleger; NG zerlegen in zwei DG nach Fahrtrichtung,...). Dazu richtet man identische Zugfahrten Abstossen.1, Abstossen.2,... ein und definiert für jede Zugfahrt welche Wagen mit dieser Zugfahrt in dieses Gleis gehören. Die Auswahl welche der Abstossen Zugfahrten genommen wird kann dann über einen Programmwahlschalter getroffen werden, wenn alle diese Abstossen Zugfahrten als Nachfolger der Startfahrt Abstossen.0 eingetragen werden.

Achszähler

Bahnwärter zweite Achse erkannt

Abb: Abrollberg Achsmelder

Bahnwärter erste Achse erkannt

Abb: Abrollberg Achsmelder

Der Achszähler besteht aus einer Lichtschranke, zwei Bahnwärtern und einem Umschalter. Den Aufbau habe ich einem Vorschlag von Wolfgang Schön für einen teilautomatischen Ablaufberg (TC58) entnommen. Dort findet man auch Ideen zum Abstossen von Wagengruppen mit unterschiedlicher Anzahl von Wagen. Diese Beschreibung kann zum Beispiel von der Homepage von Adminflo auf www.modellbahnportal.at unter Downloads heruntergeladen werden.

Lichtschranke

  • Das Erkennnen der exakten Position des Wagens über dem Entkuppler wird über eine Lichtschranke/Reflexlichschranke erkannt. Diese befindet sich am Ende der Entkupplerbohle ganz knapp über der Schienenoberkante und arbeitet als Achsmelder. Über einen Zählmechanismus werden bei Erkennen der zweiten Achse über einen Bahnwärter die notwendigen Aktionen ausgelöst.
  • Die Lichtschranke wird im Stellpult als Melder Achsmelder angelegt
  • Die Lichtschranke ist als Auslöser für die beiden Bahnwärter Achsmelder1/2 eingetragen
  • Welcher Bahnwärter wirklich auslöst, wird über einen Umschalter gesteuert und als Bedingung beim Bahnwärter eingestellt.

Umschalter Achse

  • Der Umschalter Achse gibt an, welche Achse als nächstes erwartet wird.
  • Zeigt der Umschalter nach rechts, so wird hier die erste Achse (eines nach rechts fahrenden Wagens) erwartet.
  • Der Umschalter wird von den beiden Achsmelder Bahnwärtern umgeschaltet. Ausserdem wird er bei Beginn der Zugfahrt Abdrücken automatisch in die Grundstellung "1. Achse erwarten" gebracht.

Bahnwärter Achsmelder1 - erste Achse erkannt

  • Der Auslöser des Bahnwärters ist die Aktivierung der Lichtschranke(Achsmelder).
  • Als Bedingung wird hinterlegt, das der Umschalter Achse nach rechts zeigt, das bedeutet, dass die erste Achse erwartet wird.
  • Der Bahnwärter schaltet selbstständig ab, wenn die Lichtschranke abschaltet.
  • Für das Abschalten ist als Operation hinterlegt, dass der Umschalter Achse nach links umgestellt wird. Es wird jetzt die 2. Achse eines Wagens erwartet.

Bahnwärter Achsmelder2 - zweite Achse erkannt

  • Dieser Bahnwärter ist im Block Ziehgleis als virtueller Melder eingetragen.
  • Die Grundkonfiguration ist wie beim Bahnwärter Achsmelder1
  • Der Auslöser des Bahnwärters ist die Aktivierung der Lichtschranke(Achsmelder).
  • Als Bedingung ist hier jedoch hinterlegt, dass der Umschalter Achse nach links zeigt.
  • Der Bahnwärter schaltet selbstständig ab, wenn die Lichtschranke abschaltet.
  • Für das Einschalten ist als Operation ein Liste von Aktionen hinterlegt.
    • Lokomotive oder Wagen rechts/unten abtrennen (logische Zugtrennung)
    • Laufende Zugfahrt beenden (Ende der Zugfahrt Abdrücken)
    • Betätigen des Entkupplungsgleises (physische Zugtrennung)
    • Starten der Zugfahrt Abstossen.0 für den abrollenden Wagen.
  • Für das Ausschalten des Bahnwärters ist als Operation hinterlegt,
    • das der Umschalter Achse wieder nach rechts zeigt und damit die erste Achse des nächsten Wagens erwartet wird.

Schlussbemerkungen

  • Brems- und Haltemarkierungen
Für die hier noch nicht beschriebenen Zugfahrten zum Einsammeln/Abholen der Wagen aus den Richtungsgleisen müssen die Brems- und Haltemarkierungen so gelegt werden, dass die Wagen sicher ankuppeln. Das Problem liegt hier darin, dass wir nie genau wissen bis wohin die Wagen beim Abstossen gerollt sind. Der Haltepunkt muss somit sehr spät im Gleis liegen.
Andererseits soll die Lok nicht mit hoher Geschwindigkeit auf die stehenden Wagen rauschen und diese mit Wucht in den Prellbock rammen.
  • Entkuppler
Je nach verwendetem Entkuppler (Märklin, Roco, Repa, ...) müssen Sie eventuell die Zeiten, wie lange der Entkuppler an beziehungsweise aus ist, etwas anpassen, damit das Entkuppeln sicher ausgeführt wird.
  • Signale
Die Konfiguration der Signale ist für den Betriebsablauf nur schmückendes Beiwerk, sie haben keine Zugbeeinflussung und schalten auch keine stromlosen Gleisabschnitte. Nehmen Sie einfach die Signale und Signalschaltdecoderbausteine vom Hersteller ihrer Wahl und tragen bei den Signalsymbolen lediglich die Digitaladresse des zuständigen Bausteins ein, so wie sie das auch bei den Weichendecodern machen. Dann schliessen sie die Signale laut Anleitung des Signaldecoders an. Die Zuordnung der einzelnen Signalbilder zu den Zugfahrten und Weichenstellungen wird hier nicht beschrieben und ist vielleicht später Thema eines eigenständigen Artikels.


-- DieterN 14:51, 30. Dez. 2009 (UTC)
bearbeitet: Wohlmannstetter (Diskussion) 18:05, 12. Apr. 2021 (CEST), Uslex (Diskussion) 19:21, 8. Feb. 2024 (UTC)