Termen: Blok - Detector - Markering
Uitleg van de termen
Onderstaand worden de drie wezenlijk basis principes blok, detector en markering uitgelegd, omdat steeds weer hun betekenis door elkaar wordt gehaald.
Blok
Blokken zijn basis elementen, waarop het volgen van treinbewegingen en het sturen van treinen is gebaseerd. Overal waar locomotieven of treinen, gecontroleerd, gestopt, geparkeerd of bewaakt moeten worden, is een blok voorzien. Typische voorbeelden voor blokken zijn station sporen, schaduwstation sporen, zijsporen, blokken op de vrije baan tussen twee stations. Verder basis principes zijn in hoofdstuk 5.2 Blokken en wisselstraten vanaf blz 153 te vinden.
Detectoren / contacten / terugmelders
De "ogen" van de PC op de baan, hetzij duurdetectoren of momentdetectoren. Daarbij kan het gaan om een geïsoleerde sectie of de baan, die via stroomdetectie de bezetting detecteer of via een massacontact, maar ook een lichtsluis.
Samenhang tussen blok en detector/contact
Voor de functie van het bloksysteem is het belangrijk, dat TrainController de bewegingen van de op de baan rijdende treinen kan volgen en kan vaststellen, welke blokken bezet zijn en welke niet. De daartoe noodzakelijke terugmeldingen worden met behulp van contactdetectoren gerealiseerd (zie boven). Om een blok in te richten, worden alle detectoren, die in dit blok liggen, aan het blok toegewezen. Als minstens een van deze detectoren is ingeschakeld, wordt het blok als bezet beschouwd. Een blok moet daarom minstens een detector bevatten en kan naar wens met vele detectoren worden uitgevoerd. Alstublieft nooit een blok en een detector als hetzelfde beschouwe,.
- De basis principes daarvan staat in het reeds eerder genoemde hoofdstuk 5.8 Inrichten van detectoren in een blok vanaf blz 181 (Duits) en verder.
Markering
D.m.v. de markering wordt aan een detector eerst een opdracht toegewezen: Remmen en/of stoppen. Zo kan bijv. het afremmen precies daar worden ingezet, waar de detector zich fysiek op de baan begint. Door het aangeven van de zogenaamde helling kan met tot op de cm nauwkeurig vastleggen, hoe lang de remweg van de trein moet zijn, volledig onafhankelijk van de snelheid. Moet bijv. het stoppunt op een andere plaats liggen, daar waar geen detector begint, kan dan d.m.v. de afstand de stopmarkering zoveel voorbij het begin van een detector worden verschoven, tot het gewenste stoppunt is bereikt. Vanaf blz. 185 is dat ook met meerdere afbeeldingen aanschouwelijk gemaakt.
De (reeele) detector is daarmee de referentie voor de markering: De detector raakt bezet en TC berekent aan de hand van een weg-tijd berekening, wanneer de betreffende markering geactiveerd wordt. Een voorwaarde voor een zoveel mogelijk correcte berekening van de afstand en de helling is natuurlijk - men raadt het zeker al - het nauwkeurig inmeten van de locomotief!
- Verder basis principes voor de markeringen zijn in hoofdstuk 5.7 Stop-, rem-, snelheids- en actiemarkeringen te vinden.
- Beschrijving van de Markeringen; hun kleuren en hun taken
Verschillen
Blok is ongelijk aan detector is ongelijk aan markering.
- een blok moet minstens een detector bevatten (uitzonderingen in zeer bepaalde gevallen mogelijk).
- een blok kan meer dan een melder bevatten.
- een detector is meestal een referentiepunt voor een of meerdere markeringen.
De taak van een detector wordt door zijn markeringen vastgelegd, waarbij een detector daardoor meerdere taken kan vervullen.
- de markeringen kunnen d.m.v. afstanden vanaf de fysieke plaats van een detector worden geschoven.
Weblinks
- TC-wiki: Moment detectoren of duur detectoren; een vergelijking
- TC-wiki: Markeringen; hun kleuren en hun taken
- --Digi thomas2003 (Diskussion) 15:19, 3. Jan. 2014 (CET)
- bearbeitet: --Digi thomas2003 (Diskussion) 15:19, 18. Mär. 2021 (CET), Uslex (Diskussion) 15:52, 25. Feb. 2024 (UTC), Francis1954 23:43, 11. Jan. 2025 (UTC)